Voorouders van Greta Lida GOOSSENS

First Generation


1. Greta Lida GOOSSENS "Greetje" was born 23 Dec 1895 in Batavia. She died 1 13 Aug 1945 in Kamp Belalau and was buried in Ereveld Kalibanteng, Semarang. [Parents]

Begraven op het Nederlands ereveld Kalibanteng (Semarang, Indonesie)
Vak V-III nummer 136

Greetje married 1, 2 Cornelis Eduard MAIER "Cor", son of Philip August Frederik MAIER and Cornelia Wilhelmina GRONDHOUT, on 30 Sep 1915 in Den Haag. Cor was born 7 Jan 1891 in Koepang, West Timor. He died 3, 4 9 Nov 1943 in Palembang.

Passagierslijst Schip : Insulinde
Schip van : Rotterdam
Schip naar : Java
Gezagvoerder :
Info : 7 October van Rotterdam naar Java vertrokken
Krant : NRC 9-10-1915, editie 1, blad 4


Toen er in 1933 een nieuwe assistent-resident van Groot-Atjeh was benoemd, de heer Maier, ging ik met mijn nieuwe chef de hele onderafdeling Seulimeum rond, om hem aan de Atjehse hoofden voor te stellen.
Zo reden wij op een stralende zaterdagmiddag, toen we eigenlijk vrijaf hadden en de kantoren gesloten waren, van Koetaradja naar Kroeëng Raja, waar Teukoe Hasan ons verwachtte. Wij hadden onze mooi gestreken en gestijfde witte "pakéans" (uniformen) aangetrokken en lieten ons heel deftig door de chauffeur van de assistent-resident rijden. Het ging in oostelijke richting langs de kust, eerst door de vlakte met de visserskampongs dicht bij de vloedbossen, daarna langzaam stijgend, langs de ruïnes van het oude Portugese fort met de overkoepelde waterputten naar het hoogste punt op de rotsen van Pedro Punt. Vandaar hadden wij een schitterend uitzicht op het eiland Poelau Wèh, waarop Sabang ligt met de beroemde natuurlijke haven.
Verder rijdende, genoten we langs de bochtige, langzaam dalende weg voortdurend van het mooie uitzicht op de zee en de baai van Kroeëng Raja, totdat we in de oude havenplaats bij het huis van de oeléëbalang aankwamen. Daar werden wij door Teukoe Hasan en Tjoet Nja' gastvrij onthaald en wij hadden een lang gesprek over de toestand van het land en over een gebeurtenis, die kort tevoren had plaats gevonden, namelijk de muiterij aan boord van de "Zeven Provinciën", die daar zo dichtbij op de rede voor Oeléë Lheuë had gelegen en 's nachts zonder de officieren was weggevaren in westelijke richting, onder het motto: "ons niet storen, stomen op naar Soerabaja".
Het zal ongeveer vijf uur in de namiddag geweest zijn, toen wij afscheid namen van,onze gastheer en gastvrouwen ons in de auto zetten om de terugtocht te aanvaarden langs dezelfde weg naar Koetaradja, een andere weg was er niet. We klommen weer langzaam omhoog langs de baai naar Pedro Punt toe en zagen rechts van ons beneden en ook recht voor ons uit de prachtige blauwe zee in de stralen van de reeds tamelijk laag staande zon en helemaal rechts van ons lag in de verte het groene eiland Poelau Wèh. Toen we dicht bij het hoogste punt van de weg waren, ontdekten we heel toevallig ver beneden ons op zee een Atjehse prahoe, die aanstalten scheen te maken daar op het strand te landen. Daar dit zo'n ongewone landingsplaats was, werden wij extra opmerkzaam en plotseling brachten wij die prauw in verband met een kleine l~ge vrachtauto, die wij kort tevoren enigszins verscholen langs de kant van de weg hadden zien staan. Deze combinatie bracht ons op de gedachte, dat die prauw wel eens volgeladen zou kunnen zijn met pakken lucifers, die in die tijd vrij veel van de vrijhaven Sabang naar de vaste wal van Atjeh gesmokkeld werden. omdat daar veel geld mee te verdienen was.
Blijkbaar waren wij beiden van dezelfde avontuurlijke geest bezield, want toen wij rond de Pedro Punt waren gereden, dus voorbij het hoogste punt van de weg, en de auto door de bocht en door de begroeiing van de berghelling buiten het gezichtsveld van de bootslieden gekomen was, stopten wij even, stapten allebei uit en gaven aan de chauffeur opdracht om zonder ons verder te rijden naar Koetaradja en vandaar terug te keren met een inspecteur van politie. Wij stelden ons verdekt op om te wachten, wat er nu verder zou gebeuren.
We hadden ons niet vergist, want na enige tijd zagen we enige beweging langs de berghelling, af en toe konden we vanuit onze schuilplaats een man met een groot pak of een grote zak op zijn rug naar boven zien klauteren. Het zal ongeveer een half uur geduurd hebben, toen hoorden we eindelijk in de verte het geluid van een aanslaande motor en het geronk van de auto in de eerste versnelling en wij snelden naar het hoogste punt van de weg bij de bocht, om de auto te bereiken, voordat die uit de eerste versnelling zou kunnen overschakelen om de afdaling te beginnen. Juist op het goede moment sprongen wij naar voren, stonden een ogenblik midden op de weg, toen de auto bijna geen vaart meer had en toen was het een kwestie van seconden dat de assistent-resident voorin de auto naast de chauffeur en de bijrijder had plaats genomen en ik zelf achterin de auto zat naast een paar andere mannen. De chauffeur kreeg opdracht naar Koetaradja door te rijden en blijkbaar was de hele beIp-anning zodanig overbluft door deze overval, dat zonder enig verzet aan het bevel werd voldaan. In Koetaradja kwamen we bij het politiebureau aan voordat iemand ons tegemoet was gereden en wij konden daar een hoeveelheid lucifers afleveren, waarop een bedrag van f 1800,- aan accijns was ontdoken.

Uit het leven van een bestuursambtenaar in Atjeh en de Gajolanden
J.J. van de Velde in: 'Besturen Overzee', Franeker 1977 blz. 270 en 271

Marriage Notes:

Getuige F. Luppes is de buurman in Den Haag Mattheus Marinus Franciscus Luppes, wonende Galvanistraat 33 (Mevrouw Maier-Grondhout woonde op nummer 28).

Eenmaal in Nederlands-Indië ontmoeten Greetje en Cor de zoon van F. Luppes, Henri Luppes en zijn vrouw Agnes Luppes-Hofman op Bali in 1916. Henri Luppes sneuvelt het jaar daarop op Flores.


Home Next Last

Surname List | Name Index