De geschiedenis van

Achlum

   
  De Familie

Draisma de Vries

Voornamelijk in de vorige eeuw hebben enkele families een duidelijk stempel op het dorpsleven gezet, die doorlopen tot de dag van vandaag. We vinden deze namen nog terug op de grafstenen op het kerkhof nabij de ramen van de consistoriekamer.

Wij noemen daarbij de namen van de oprichters van de dakpannen­fabriek, de assurantie maatschappij "Achlum", de chichoreifabriek en de zuivelfabriek,

Het was de eeuw van algemene vooruitgang, voornamelijk op industrieel gebied. Een uitermate dynamische tijd voor hen die konden vooruitzien en de financiële middelen hadden om dit te verwezenlijk­en. Het begon met de familie Draisma, die op de boerderij aan de Groenedijk (Slachtedijk) woonder, ongeveer even ver van Arum, Kimswerd en van Achlum, waar de laatste decennia de familie Hoekstra woont. In 1770 woonden er Pier Aukes Draisma en zijn vrouw Tjiske Haitsma. Zij woonden er acht jaar later nog. Maar tien jaar later waren ze verhuisd naar de ernaast liggende boerderij Groot Ludum.  In het begin huurde hij de boerderij; later werd hij mede eigenaar en tenslotte stond hij geheel op zijn naam. Zij hadden beiden weinig onderwijs genoten maar waren goed onderlegd.

  Er waren toen twee jongens, waarvan Ulbe de oudste in 1785 geboren werd en Jan in 1792. Bij hun kinderen, zo was hun wens, zou meer aandacht besteed worden aan het onderwijs.

De jongens waren bijdehandte knapen. Het zou niet aan de ouders liggen dat zij zich niet konden redden. De Franeker academie was betrekkelijk dichtbij. Ze hoopten hier in de toekomst gebruik van te kunnen maken, hoewel het voortbestaan van dit onderwijs op losse schroeven was komen te staan.

In 1792 ging de oudste Ulbe naar school in Achlum, bij de schoomeester Jan Meines die ook dorpsrechter was zoals we zagen. Het resultaat was, naar de mening van de ouders, niet overweldigend. Ze gingen vermoedelijk alleen in de wintermaanden naar school, want in de volgende zomer bezochten ze een school in Arum, maar ook dit beviel niet. De ouders hebben het vermoedelijk nog een zomer aangezien, want daarop werden ze naar de school in Kimswerd gestuurd naar de schoolmeester Andreas Krieger.

Het leven op de boerderij ging zijn gewone gang. De jongens hoorden thuis aan tafel over dingen die in het bedrijf speelden. Intussen had Ulbe, ouder geworden, doen blijken over een goed organisatie vermogen te beschikken. In de avonduren was hij druk bezet, hoewel zijn vader hem overdag wel eens een paar uren in het bedrijf kon missen. Hij bezocht in wijde omgeving vrienden en kennissen. Het gesprek ging meestal over verbeteringen in de werk- een leefomstandigheden.De dorpsnotabelen was dit niet ontgaan, waardoor men het gemeentebestuur adviseerde hem de opdracht te geven tot het slatten van de Achlumervaart van Paijezijl, door het dorp, naar Koningsbuurt.

In 1811, op 26-jarige leeftijd, heeft hij het slatten en de administratie die daaraan verbonden was uitgevoerd.

De Aclumervaart was voordien niet alleen moeilijk bevaarbaar door de drek op de bodem van de vaart maar was voornamelijk niet effectief bij het afstromen van het boezemwater bij eb door de sluizen te Harlingen.

Een ander geval was de wateroverlast die zijn vader en andere boeren in de driehoek Arum, Kimswerd, Achlum hadden. Ulbe Piers Draisma was het in hoofdzaak die zijn buurman Fedde Strikwerda, op de boerderij waar zij eerder hadden gewoond, Jan Annes en Rommert Douwes voorrekende dat een gezamelijke aanpak in de vorm van een waterschap de oplossing zou brengen. Het waterschap van Achlum, Arum en Kimswerd is toen opgericht.

Bij de afrekening in 1810 betaalde Strikwerda voor 72 ½ pondemaat en zijn vader voor 100 pondemaat in gebruik zijnde landerijen.

Inmiddels uitgegroeid tot Achmea

Handtekening Ulbe Piers op huwelijksakte Tjeerd Roelofs van der Velde en Engeltje Ekes Langius, 1818

Het was in de franse tijd dat veel jongemannen werden opgeroepen voor militaire dienst in de legers van Napoleon. Er was echter een mogelijkheid dat een zgn. remplacant de dienst overnam. Zo’n remplacant vroeg hiervoor doorgaans f 300,-. Maar elk die van het krijgsbedrijf verschoond wilde blijven had niet een dergelijk, voor die tijd, groot bedrag voorhanden. Ulbe heeft er zich toen voor ingespannen om gelden te verzamelen voor jongemannen die tegen de dienstneming opzagen.

Na de bevrijding van ons land van de franse overheersing liet hij zich van de andere kant zien en werkte volledig mee aan het herstel van ons land door gezag en orde te hand haven. Daarvoor kreeg hij erkentelijkheid door de benoeming van een militaire rang. De aanstelling werd bekend gemaakt met de volgende aankondiging:

“Wij Willem van Oranje enz. enz. op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken werd benoemd tot 2e luitenant Draisma, Ulbe Piers, enz.”.

Een defensief leger moest na de franse bezetting weer op de been worden gebracht, maar er waren toen nog geen kazernes, waar het onderdeel in ondergebracht kon worden. Dat kwam pas later. De manschappen en officieren bleven thuis en moesten bij oproep naar een aangewezen plaats gaan. Dit zal de geoefendheid niet ten goede gekomen zijn. En het vervoer naar die plaats was ook niet optimaal.

Intussen had hij de administratie van de brandassurantie maatschappij op zich genomen. In de beginjaren deed hij het werk tussen het dagelijkse werk door, maar langzamerhand werd dit te druk.

Er woonde in Achlum een jongeman die, naar hem voorkwam, aanleg voor dit administratieve werk had. Hij woonde eveneens aan het Jonkerschap. Het was Foppe, een zoon van Arjen Joukes de Vries en Akke Foppes Dongjema en woonde op de boerderij waar in de dertiger jaren Jouke de Boer woonde.

 

Achlum, woning F. Draisma de Vries

Ulbe Piers overleed in 1830 op 45- jarige leeftijd, vrij plotseling aan wat in die dagen buikloop werd genoemd. Hij liet geen kinderen na.

De andere zoon van het echtpaar Draisma, Jan, bleef op de boerderij Groot Ludum van zijn vader werken. Op zijn grafsteen wordt uitdrukkelijk meegedeeld dat hij 60 jaar boer op Groot Ludum is geweest. Behalve de boerderij waarop hij woonde huurde hij er nog een 150 pondemaat bij.

Bij zijn overlijden in 1852 schonk hij de boerderij aan de kerk, bovendien had hij bij zijn leven een groot aandeel gehad in de stichting van een orgel in de kerk, wat is aangegeven op een gedenkplaat onder het orgel.     ­

Aan het publiek toonde hij bij zijn leven dat hij een man was waarmee rekening moest worden gehouden. Wanneer hij erop uittrok om vergaderingen of familie te bezoeken kwam hij met een luxe wagen met twee gelijk gekleurde schimmels ervoor. In 1839 had hij de wagen gekocht, zo wordt vermeld, voor f 280,-.

Voor het tuig betaalde hij f 78,- terwijl de paarden een waarde hadden van f 400, -.

Jan Piers is op 47-jarige leeftijd getrouwd met IJtje Annes Hellema, een nicht van de dominee Hendrik Hellema, die toen in Achlum predikant was. Zij had vijf kinderen uit het eerste huwelijk met Wijbren Fongers Oosterbaan toen zij op de boerderij Groot Deersum woonden.

Bij haar huwelijk met Jan Draisma bleef de zoon Anne boer op Groot Deersum.

De jongeman Foppe de Vries, die door zijn huwelijk in familie­relatie* was komen te staan met Ulbe Piers Draisma is hier eerder genoemd. Hij had in 1829 juist voor de dood van Ulbe Piers Draisma met deze, de dakpannenfabriek opgericht terwijl hij de administratie van de assurantie maatschappij had overgenomen. Ook rustte op hem de verantwoordelijkheid van het beheer van de eigendommen die de familie Boersma bezat bestaande uit landerijen te Firgum, Tzummarum en Oosterbierum.

Foppe Draisma de Vries

Dat hij een goed kenner was van wet en voorschrift blijkt mede uit zijn aanvraag om de naam Draisma aan de zijne toe te voegen. Het nederlands familierecht was pas ingevoerd uit het franse recht en Foppe Arjens wist dat de mogelijkheid er was de naam te veranderen. Hij wilde blijkbaar zijn leermeester daarmee eren.

Bij Koninklijk Besluit van 17 januari 1827 werd zijn naam gewijzigd in Draisma de Vries, welke naam tot in de dertiger jaren van deze eeuw op de dakpannen voorkwam.

Zijn vrouw, Antje Boersma overleed nadat zij twee jaar getrouwd waren geweest. Hij trouwde in 1840 voor de tweede maal met Aleida Beekhuis, een zuster van mevrouw Hellema. Zij was weduwe en getrouwd geweest met Gerrit Vlaskamp**, chirurgijn te Wirdum. Zij had zes kinderen uit haar eerste huwelijk, waaronder Willem Vlaskamp, die in Achlum heeft gewoond en mede oprichter was van de chichoreifabriek.

De Achlumer pannenfabriek, www.achlum.info

 

Arjen Draisma de Vries

Uit het huwelijk werd acht jaar later een zoon geboren, Arjen Foppe Draisma de Vries genaamd die zijn vader als administrateur van de Assurantie Maatschappij opvolgde en met de zojuist genoemde halfbroer Willem de chichoreifabriek oprichtte. Van 1893 tot 1914 is deze man burgemeester van de gemeente Franekeradeel geweest.

De namen Draisma en Draisma de Vries zijn in Achlum begrippen gebleven.

In die tijd was er langs de Waddenkust een vrijwillige kustverdediging ingesteld, die bestond uit een aantal kustbatterijen, bediend door kanonniers, waarvan het burgerlijk bestuur en de officieren zelf de vrijwillige recruten moesten zien te vinden. In 1833 werd Ulbe Piers benoemd tot kapitein van deze landstorm in de gemeente Franekeradeel.

Tot voor enkele jaren terug was er te Harlingen een schietbaan met een kogelvanger die een overblijfsel is van deze tijd.

     
*Baukje Jans Hoitinga, de schoonmoeder van Foppe, trouwde op 19 november 1826 met Ulbe Piers Draisma - op dezelfde dag dat Foppe trouwde met Antje Ages Boersma:
Huwelijksakte Franekeradeel, 1826 
Man: Ulbe Piers Draisma, oud 41 jaar, geboren te Achlum 
Ouders: Pier Aukes Draisma en Tjietske Ulbes Haitsma 
Vrouw: Baukjen Jans Hoitinga, oud 41 jaar, geboren te Workum 
Ouders: Jan Ages Hoitinga en Hylkjen Willems 
Datum: 19 november 1826, akte nr. 30
en
Huwelijksakte Franekeradeel, 1826 
Man: Foppe Arjens de Vries, oud 21 jaar, geboren te Achlum 
Ouders: Arjen Joukes de Vries en Akke Foppes Dongjema 
Vrouw: Antje Ages Boersma, oud 20 jaar, geboren te Midlum 
Ouders: Age Andries Boersma en Baukje Jans Hoitinga 
Datum: 19 november 1826, akte nr. 31, suppl. nr. 1}

(GvdV)

  ** In het oorspronkelijke typoscript staat hier Veldkamp. Door Aly van der Mark werd ik er op geattendeerd dat de naam Vlaskamp moet zijn. Inderdaad:

Huwelijksakte Leeuwarderadeel, 1822 Man : Gerrit Arends Vlaskamp, oud 32 jaar Ouders: Arend Vlaskamp en Metje Michiels Vrouw : Aleida Beekhuis, oud 20 jaar Ouders: Willem Beekhuis en Janke Diederika Kloeck Datum : 7 december 1822, akte nr. 51

(GvdV)

     
     
     
     
     
   

Verder >

< Terug naar overzicht Families

< Terug naar Inhoudsopgave

©Klaas van der Pol, Drachten 1987 - VanderVelde.Net