De geschiedenis van

Achlum

   
  Het stemregister

Beoordeling van de stemmen uit Achlum ter gelegenheid van de verkiezing van de Grietman in 1758

Een voorname rol in de geschiedenis van het dorp speelde het stemregister, waaraan het bestuur van het dorp aan ten grond­slag lag. Er moest een bestuur zijn dat niet alleen de bevelen van hoger hand uitvoerde, maar ook zijn wortels had in het draagvlak van de maatschappij. en die de wensen van de inwoners kon honoreren. Echter voor een goed bestuur was geld nodig. Over het algemeen had een arbeider geen inkomen, waarvan een deel als belasting kon worden afgestaan. Er was slechts één groep die enig inkomen had, de eigenaar van bezittingen.

Deze werden dan ook aangeslagen naar de huurwaarde van hun bezittingen. Deze floreenbelasting, zoals zij werd genoemd, was in 1599 ingevoerd door Hertog Albert van Saksen en vastgesteld voor het dorp Achlum op 60 florenen.

Al gauw liep het bedrag op door opcenten voor allerlei andere belastingen.

 

Achlum had officieel 38 stemhebbende boerderijen, die het bedrag moesten opbrengen. Een boerderij kon meerdere stemmen hebben. Sommige geschiedschrijvers menen dat het vaststellen van het aantal stemmen vaak een onderonsje was. In Achlum kwam iemand op het stemregister voor, als hij tenminste 10 pondemaat land had met een huis erop. Dit was een algemene regel.

Verder waren er allerlei bepalingen waaronder dat hij niet mocht stemmen wanneer hij onvermogend bleek te zijn en geen compagnie krijgsvolk kon herbergen. Dat dit soms geen kleinigheid was vermeldt iemand wiens buurman in 1634 een compagnie soldaten op bezoek kreeg, die in twee uur tijds 28 broden, ettelijke ponden kaas en een halve ton bier nuttigde, hetgeen voor deze man behoorlijk in de papieren liep.

Niet elke eigenaar mocht dus zijn stem uitbrengen. Dat was o.a. afhankelijk tot welke kerk hij behoorde. Iemand die tot de R.K. Kerk behoorde bijvoorbeeld, mocht niet stemmen. Zijn stem sliep, zo werd dit genoemd. Vandaar dat op het stemregister achter som­mige namen het woord "papist” staat hetgeen betekent dat hij niet mocht stemmen.

De doopsgezinden mochten geen stem uitbrengen wanneer zij een kerkelijke functie bekleedden. De hervormde kerk was bij de reformatie in 1580 tot officiële staatskerk uitgeroepen.

Zij die tot stemmen bevoegd waren konden een drietal aanbevelen voor het vervullen van het ambt van grietman. Men had verder geen invloed op de benoeming van de grietman. Dat kwam toe aan de stadhouder van de provincie.

De functie van grietman kwam ongeveer overeen met het ambt van burgemeester in onze dagen, die ook weer benoemd wordt door de kroon, en niet tot een partij in de raad behoort.

Het ambt van grietman was veelomvattend. Hij was rechter voor ernstige misdrijven, samen met de bijzitter of dorpsrechter.

De huwelijken werden in die dagen door de predikant van de gereformeerde hervormde kerk gesloten, maar de huwelijken van de rooms katholieken en doopsgezindden door de grietman.

Tot zijn taak behoorde ook het toezicht op de jaarrekening van de kerk en wanneer de dorpsgemeente vacant was, was hij behulpzaam bij het beroepen van een nieuwe predikant.

Ook moest hij zorgen voor het goede verloop van voogdijschappen bij  minderjarigen. Bij het verlenen van hypotheken had hij ook een taak. Hij moest een consent afgeven, dat is toestemming ver­lenen, tot elke verkoping van onroerend goed.

Voor een consent werd verleend moest de grietman dit drie zondagen achterelkaar in de kerk laten afkondigen: twee perso­nen waren overeengekomen onroerend goed te verkopen.

Ieder wiens belang met de verkoop kon worden geschaad kon bezwaar maken tegen de koop of de koop stuiten. Pas als de bezwaren waren behandeld kon een consent door de grietman worden verleend en was de koop definitief gesloten.

Verder mochten de tot stemmen bevoegde eigenaren hun stem uit­brengen bij het benoemen van een dorpsrechter, schoolmeester, predikant, dijkgraaf, ontvanger van de florenen en andere belastingzaken.

Van al deze functies spreekt die van dorpsrechter het meeste tot onze verbeelding. Enerzijds kwam de functie overeen met de vroegere veldwachter in het dorp. Waar ergens verschil van mening was, was hij de man van wie verwacht werd dat hij een oplossing wist. Zijn taak was als volgt omschreven: "Alle boos­doeners op de daad betrappen, met de hulp van dorpelingen, die hem geen bijstand mochten weigeren en aan het gerecht overleveren. Bij verwonding (vechtpartij) de verwonding met twee dorpelingen bezichtigen en de schade "takseren".

De grietman werd in de rechtspraak bijgestaan door twee of meer bijzitters of mederechters die met hem de strafbare mis­dragingen beoordeelden en de mate van straf die moest worden opgelegd meebepaalden.

 

Het behoorde tot de taak van de floreenstemmers iemand uit hun midden voor deze functies aan te wijzen.

We komen nog enkele functies in de geschiedenis van ons dorp tegen. Het zal blijken dat de voornaamste in één persoon zijn verenigd o.a. die van schoolmeester. Een verdere uitleg van functies en bevoegdheden heeft weinig of in het geheel niet met de dorpsgeschiedenis te maken.

 

De stemregisters werden om de tien jaar opnieuw opgemaakt en bekend gemaakt. Het eerste stemregister van 1640 werd in een vergadering in de kerk te Achlum vastgesteld en bekrachtigd met de volgende woorden:

"Aldaar gedaan en geëffectueert, in de GA kerk van de dorpe Achlum in de praefentie en verscheidenen ingesetende, inde gedane publicatie over ‘t gerechte rk kerck en huyshoudinge en clock­kleppinge ten overstaan van de grietman, vervangend secretaris, benefens die ds. Tjardus Greidanus, predicant ter plaatse"

Vermoedelijk dat de predikant de enige was die het gebeurde schriftelijk kon vastleggen.

     
     
     
     
   

Verder >

< Terug naar Inhoudsopgave

©Klaas van der Pol, Drachten 1987 - VanderVelde.Net