De
geschiedenis van Achlum |
||
Het stemregister | ||
Een voorname rol in de
geschiedenis van het dorp speelde het stemregister,
waaraan het bestuur van het dorp aan ten grondslag lag.
Er moest een bestuur zijn dat niet alleen de bevelen van
hoger hand uitvoerde, maar ook zijn wortels had in het
draagvlak van de maatschappij. en die de wensen van de
inwoners kon honoreren. Echter voor een goed bestuur was
geld nodig. Over het algemeen had een arbeider geen
inkomen, waarvan een deel als belasting kon worden
afgestaan. Er was slechts één groep die enig inkomen
had, de eigenaar van bezittingen. Deze
werden dan ook aangeslagen naar de huurwaarde van hun
bezittingen. Deze floreenbelasting, zoals zij werd
genoemd, was in 1599 ingevoerd door Hertog Albert van
Saksen en vastgesteld voor het dorp Achlum op 60
florenen. Al
gauw liep het bedrag op door opcenten voor allerlei
andere belastingen. Achlum
had officieel 38 stemhebbende boerderijen, die het bedrag
moesten opbrengen. Een boerderij kon meerdere stemmen
hebben. Sommige geschiedschrijvers menen dat het
vaststellen van het aantal stemmen vaak een onderonsje
was. In Achlum kwam iemand op het stemregister voor, als
hij tenminste 10 pondemaat land had met een huis erop.
Dit was een algemene regel. Verder
waren er allerlei bepalingen waaronder dat hij niet mocht
stemmen wanneer hij onvermogend bleek te zijn en geen
compagnie krijgsvolk kon herbergen. Dat dit soms geen
kleinigheid was vermeldt iemand wiens buurman in 1634 een
compagnie soldaten op bezoek kreeg, die in twee uur tijds
28 broden, ettelijke ponden kaas en een halve ton bier
nuttigde, hetgeen voor deze man behoorlijk in de papieren
liep. Niet
elke eigenaar mocht dus zijn stem uitbrengen. Dat was
o.a. afhankelijk tot welke kerk hij behoorde. Iemand die
tot de R.K. Kerk behoorde bijvoorbeeld, mocht niet
stemmen. Zijn stem sliep, zo werd dit genoemd. Vandaar
dat op het stemregister achter sommige namen het woord
"papist staat hetgeen betekent dat hij niet
mocht stemmen. De
doopsgezinden mochten geen stem uitbrengen wanneer zij
een kerkelijke functie bekleedden. De hervormde kerk was
bij de reformatie in 1580 tot officiële staatskerk
uitgeroepen. Zij
die tot stemmen bevoegd waren konden een drietal
aanbevelen voor het vervullen van het ambt van grietman.
Men had verder geen invloed op de benoeming van de
grietman. Dat kwam toe aan de stadhouder van de
provincie. De
functie van grietman kwam ongeveer overeen met het
ambt van burgemeester in onze dagen, die ook weer benoemd
wordt door de kroon, en niet tot een partij in de raad
behoort. Het
ambt van grietman was veelomvattend. Hij was rechter voor
ernstige misdrijven, samen met de bijzitter of
dorpsrechter. De
huwelijken werden in die dagen door de predikant van de
gereformeerde hervormde kerk gesloten, maar de huwelijken
van de rooms katholieken en doopsgezindden door de
grietman. Tot
zijn taak behoorde ook het toezicht op de jaarrekening
van de kerk en wanneer de dorpsgemeente vacant was, was
hij behulpzaam bij het beroepen van een nieuwe predikant. Ook
moest hij zorgen voor het goede verloop van
voogdijschappen bij minderjarigen. Bij het verlenen
van hypotheken had hij ook een taak. Hij moest een
consent afgeven, dat is toestemming verlenen, tot elke
verkoping van onroerend goed. Voor
een consent werd verleend moest de grietman dit drie
zondagen achterelkaar in de kerk laten afkondigen: twee
personen waren overeengekomen onroerend goed te
verkopen. Ieder
wiens belang met de verkoop kon worden geschaad kon
bezwaar maken tegen de koop of de koop stuiten. Pas als
de bezwaren waren behandeld kon een consent door de
grietman worden verleend en was de koop definitief
gesloten. Verder
mochten de tot stemmen bevoegde eigenaren hun stem
uitbrengen bij het benoemen van een dorpsrechter,
schoolmeester, predikant, dijkgraaf, ontvanger van de
florenen en andere belastingzaken. Van
al deze functies spreekt die van dorpsrechter het meeste
tot onze verbeelding. Enerzijds kwam de functie overeen
met de vroegere veldwachter in het dorp. Waar ergens
verschil van mening was, was hij de man van wie verwacht
werd dat hij een oplossing wist. Zijn taak was als volgt
omschreven: "Alle boosdoeners op de daad
betrappen, met de hulp van dorpelingen, die hem geen
bijstand mochten weigeren en aan het gerecht overleveren.
Bij verwonding (vechtpartij) de verwonding met twee
dorpelingen bezichtigen en de schade
"takseren". De
grietman werd in de rechtspraak bijgestaan door twee of
meer bijzitters of mederechters die met hem de strafbare
misdragingen beoordeelden en de mate van straf die
moest worden opgelegd meebepaalden. Het
behoorde tot de taak van de floreenstemmers iemand uit
hun midden voor deze functies aan te wijzen. We
komen nog enkele functies in de geschiedenis van ons dorp
tegen. Het zal blijken dat de voornaamste in één
persoon zijn verenigd o.a. die van schoolmeester. Een
verdere uitleg van functies en bevoegdheden heeft weinig
of in het geheel niet met de dorpsgeschiedenis te maken. De
stemregisters werden om de tien jaar opnieuw opgemaakt en
bekend gemaakt. Het eerste stemregister van 1640 werd in
een vergadering in de kerk te Achlum vastgesteld en
bekrachtigd met de volgende woorden: "Aldaar
gedaan en geëffectueert, in de GA kerk van de dorpe
Achlum in de praefentie en verscheidenen ingesetende,
inde gedane publicatie over t gerechte rk kerck en
huyshoudinge en clockkleppinge ten overstaan van de
grietman, vervangend secretaris, benefens die ds. Tjardus
Greidanus, predicant ter plaatse" Vermoedelijk
dat de predikant de enige was die het gebeurde
schriftelijk kon vastleggen. |
||
Verder > ©Klaas van der Pol, Drachten 1987 - VanderVelde.Net |